
Kaapverdische skinken en een zeehaas
Als reptielenliefhebber moet je eigenlijk naar de twee onbewoonde Kaapverdische eilandjes: Branco en Razo. Daar kwam tot 1912 de Kaapverdische reuzenskink (Chioninia coctei) voor. Een grote plompe skink van ongeveer een halve meter. Nu is die alleen nog te bewonderen in wat potten met sterk water in natuurhistorische musea. Maar wil je een grote jongen zijn in de herpetologische wereld dan moet je echt naar die eilandjes gaan want in 2005 is een onderkaak van deze hagedis gevonden in uitwerpselen van een zwerfkat. Zou Chionia coctei nog voorkomen?




Helaas lukte het me niet om mijn familie te overtuigen dat het echt nodig was om naar Branco of Razo te gaan. De aanwezigheid van een endemische leeuwerik (de Razo leeuwerik) hielp ook niet. Dus dan maar naar twee “normale” eilanden vlak in de buurt: Sao Vincente en Sao Antao. Dit zijn de twee meest westelijke eilanden van Kaapverdië. Sao Vicente is droog maar de hoofdstad Mindelo is bruisend, muziekaal en gezellig. Sao Antao is het meest groene eiland van Kaapverdie onherbergzaam maar toch ook al schrikbarend droog. Het is al meer dan een jaar geleden dat het heeft geregend.

skinken
Op elk eiland komt een skink en een gekko soort voor. Op Sao Antao gaat het om de skink (Chioninia fogoensis) en om de gekko (Tarentola caboverdiana). Chioninia fogoensis is maar een klein broertje van de reuzenskink maar wel een opmerkelijk diertje. het overleeft de komst van mensen en huiskatten op de eilanden en het lijkt nu mogelijk ook de grote droogte van de eilanden te trotseren. We hebben meerder exemplaren zien. Eigenlijk een veel stoerder hagedisje dan die lompe reuzenskinken.


Zeehaas!
Maar misschien is het toch wel het leukst om vooral te klooien langs de branding. Je ziet er leuke zeevogels mooie schelpen maar ook hele gekke dieren zoals deze gevlekte zeehaas (Aplysia dactylomela). Het is een soort supermooie zeeslak.